Let op: dit artikel is geschreven door een mudansha, voor andere mudansha. Hoewel ik de afgelopen jaren veel heb geleerd ben ik geenszins een kendo expert. Er kunnen dus fouten in deze tekst staan.
Voor beginnende kendoka kan het zijn dat de verschillende waza die we leren wat verwarrend zijn. Degelijke kihon is natuurlijk van het grootste belang, maar als je wordt gevraagd om men-suriage-men te oefenen, dan kan je maar beter weten wat men bedoelt! Persoonlijk grijp ik steeds terug naar deze pagina op Kendo Guide vanwege z’n schematische overzicht van de belangrijkste waza.
Aanvankelijk kan je kendo technieken in twee groepen verdelen: shikake waza en oji waza, respectievelijk aanvallend en reagerend. Het is een kwestie van initiatief: wie beweegt er als eerste? De Kendo Guide tekening kan ook als de volgende tabel worden weergegeven.
shikake (仕掛け) | oji (応じ) |
renzoku waza (連続) | nuki waza (抜き) |
harai waza (払い) | suriage waza (刷り上げ) |
debana waza (出鼻) | kaeshi waza (返し) |
hiki waza (引き) | uchiotoshi waza (撃落シ) |
katsugi waza (担ぐ) | |
maki waza (巻き) |
Het artikel van Kendo Guide legt het allemaal netjes uit, maar is soms wat beknopt. Een beetje uitbreiding moet kunnen, toch? Bijvoorbeeld…
Nuki versus debana
Wat is het verschil tussen nuki kote en debana kote? Als sensei het tijdens de les voor doet kan het voor veel beginners het zelfde lijken: sensei kiest iemand uit voor het voorbeeld, het slachtoffer valt aan en sensei mept’m voordat de aanval z’n doel raakt.
Bovenstaande tabel moet echter het grootste verschil meteen duidelijk maken: timing. Nuki kote en zijn beroemde broertje nuki dou, worden uitgevoerd door een slag te ontwijken die reeds naar jou op weg is. Debana kote e.d. worden uitgevoerd nog voordat jouw tegenstander zijn aanval inzet. Vlak voor hij lanceert knal jij. Het is een kwestie van sen (先), van “sen wo toru“, “anticiperen“.
Waar debana waza “sen no sen” (先の先) is, zijn nuki waza “go no sen” (後の先). Bij de eerste voel je dat je tegenstander gaat komen en ga je tegelijk, bij de tweede zie je dat hij reeds op weg is en blokkeer je hem. Ai-men is ook “sen no sen“. Er is al enorm veel geschreven over het concept sen, dus ik zal daar niet verder over uitwijden. Het is aan je zelf om op te zoek te gaan. In Kendo World hebben artikelen over het onderwerp gestaan en ook Salmon-sensei heeft er over geschreven.
De overige drie oji waza zijn ook “go no sen“: suriage, kaeshi en uchiotoshi. Wat ons brengt naar…
Kaeshi versus suriage
Voor veel beginners kunnen kaeshi waza en suriage waza er het zelfde uit zien: sensei staat tegenover z’n hulp, de hulp valt aan, sensei tikt de shinai aan de kant en valt zelf aan. Maar zoals tevoren zijn deze technieken erg verschillend, ondanks dat ze beiden “go no sen” zijn.
Kaeshi waza kom je tegen in kata #4, waar shidachi de bokken van uchidachi’s opvangt en met een draai van de polsen af laat glijden langs zijn eigen bokken. Ook de tegenaanval komt vanuit die zelfde draai met de pols. Suriage technieken zie je in kata #5 waar shidachi zijn aanvaller aanvalt, waarbij de bokken aan de kant wordt geslagen door de zwaai naar boven. In suriage technieken blijft jouw shinai op de middenlijn en slaat hij de shinai van de ander aan de kant door zijn natuurlijke beweging als je zelf een slag maakt.
Maar wacht eens…
Suriage versus harai
Ivan zat al in 2006 met deze vraag: als zowel suriage als harai waza de shinai van je tegenstander aan de kant bewegen, wat is dan het verschil? Wel, om te beginnen is het weer een zaak van timing: harai waza is shikake waza waar jij het initiatief neemt, terwijl suriage waza een oji waza is, een reactie dus.
Bij suriage waza raakt de shinai van je tegenstander verstrikt in jouw opgaande beweging door het midden. Hij wordt daarbij aan de kant geveegd door de vorm en de beweging van je shinai. Bij harai waza sla je zelf actief de shinai van je tegenstander naar boven/beneden/zijwaarts. Voor je zelf een slag maakt gaat jouw shinai eerst terug naar het midden.
Seme versus osae versus harai
In alle drie gevallen zie je een aanvaller die instapt, terwijl het verdedigende zwaard aan de kant gaat. Het verschil zit hem in de wijze waarom de opening wordt gemaakt.
In seme waza is het jouw onoverwinnelijke geest en energie die er voor zorgen dat je tegenstander’s kamae breekt: je stapt met seme naar voren en hij wordt overrompeld. Dat, of je misleidt hem door druk uit te voeren op één doel, om daarna een aanval uit te voeren op een ander doel. In osae waza (“houdgrepen“, zoals in judo) onderdruk je de shinai van de tegenstander en je voorkomt dat hij effectief kan bewegen door zijn shinai naar beneden te drukken. Jouw shinai komt vanaf de zijkant over hem heen en houdt hem daar. Het is geen slag of duw! Je houdt hem alleen maar vast. Als laatste, met harai waza, maak je een kleine en krachtige slag tegen de shinai van de ander, waardoor hij uit het midden gaat. Dit kan naar links/rechts en boven/beneden, wat jou het beste uitkomt.
Nog één sen: sen sen no sen
Initiatief neemt drie vormen aan: go no sen (blokkeer en val aan), sen no sen (handel tegelijkertijd) en sen sen no sen (handel op voorhand). Alle shikake waza, afgezien van debana, worden beschouwd als sen sen no sen: jij handelt voordat je tegenstander dit kan.
In andere budo die traditioneel als niet-aanvallend zijn ingesteld wordt sen sen no sen niet gezien als een daad van aggressie, maar als het voorkomen van een aanval van je tegenstander. Je tegenstander is al volledig ingesteld op het aanvallen, maar jij zorgt er in dit geval voor dat hij die kans niet krijgt. Bijvoorbeeld: een analyse vanuit aikido en een uitleg vanuit het oogpunt van karate.
Een grafische samenvatting
Al het voorgaande heeft geleid tot de onderstaande tekeningen. Ik ben tot een nieuwe samenvatting gekomen van de belangrijkste kendo waza. Ze zijn gegroepeerd op hun karakteristieken en weer gegeven in een tabel en een Venn diagram.
Dit overzicht is hier te downloaden als poster, om in de dojo op te hangen.
De rest, wat nog niet besproken is
- Renzoku waza oefenen wij allemaal, elke week tijdens de training: kote-men, kote-men-dou, etc. Het zijn twee of drie slagen die elkaar naadloos opvolgen.
- Hiki waza zijn populair, want ze zijn zo cool. Wie houdt er nou niet van een duw, een sprong, een mep en een coole pose? ;)
- Katsugi waza worden nog wel eens door Roelof-sensei aangehaald: je verrast je tegenstander door vanuit een vreemde hoek te slaan. Je haalt je shinai niet omhoog boven je hoofd, maar boven je schouder.
- Maki waza zijn natuurlijk beroemd omdat je tegenstander z’n shinai kan verliezen. It’s a hard technique, where you spin your opponent’s shinai out of the way by using a small and supple movement from the wrist. Makiotoshi (巻落し, “spin downward”) is the same technique but in the other direction, where the shinai is flung downward.
- Net als suriage en kaeshi, is uchiotoshi een oji waza die “go no sen” is. Maar uchiotoshi bestaat uit twee afzonderlijke slagen: één om de tegenstander z’n shinai naar beneden weg te slaan, de tweede om zelf ippon te maken.
- Katate technieken staan niet in de tabel. Het zijn één-handige technieken, waarbij je vaak je tegenstander verrast door van een grotere afstand aan te vallen. Bij de CT van januari liet Louis-sensei ons bijvoorbeeld katate-yoko-men oefenen.
- Kiriotoshi (切り落し) is een “go no sen” techniek zoals nuki waza. Terwijl jouw tegenstander aanvalt, val jij zelf recht door het midden aan. Door jouw slag zal niet alleen de shinai van de ander uit zijn pad raken, je maakt ook ippon. Je ziet demonstraties van kiriotoshi hier en hier.
- Hikibana is mij uitgelegd als het grijpen van je kans wanneer je tegenstander naar achteren wordt gedwongen door jouw seme.
- Osae waza, bekend uit judo, zou je een houdgreep kunnen noemen. Je drukt de shinai van je tegenstander naar beneden. Het is geen slag, maar een druk waar hij niet uit kan ontsnappen.
- Seme waza gaat om het verwarren van je tegenstander, waarbij je hem laat denken dat je voor een bepaald doel gaat. Ben Sheppard-sensei legt het hier uit.
Men zegt dat er nog meer technieken zijn. Misschien leren we die op een dag! :)
Ter afsluiting
Ik zou graag willen eindigen met een citaat van Salmon-sensei:
The one thing that I am sure was obvious to most people is that in kendo, as in the rest of life, you have to “make it happen”. Shikake waza does not work unless you break your opponents centre and oji waza is effective only if you control your opponents timing and pull him into your counter attack.
Hier worden we tijdens de les, zo niet elke week, aan herinnerd! Afwachten werkt niet, wat je ook doet je moet zelf actief zijn.
Ik wil graag Heeren-sensei en Salmon-sensei bedanken voor hun uitleg via e-mail. Ze hebben me enorm geholpen dit allemaal uit te dokteren.
Sjoerd
Very nicely written.
in my experience:
Skikake waza = pressure
Ooji waza = more pressure
John Doherty
Wonderful article! Beautifully explained!
Ariel Pintos
It’s very nice to find that kind of reflections in young Kendokas, cheers
Thomas Sluyter
Thank you Pintos-sensei, thank you everyone for the support.
Ramon Smit
Beste Thomas sempai,
Fantastisch artikel. Ik blijf het herlezen en begin het nu zelfs te begrijpen. Precies wat ik nodig heb!
Groet,
Ramon
Thomas Sluyter
A follow-up article was published in Kendo World issue #7.1 this week. In it, I discuss some of the reactions from the kendo community, to this particular essay.
-> http://www.kendo-world.com/wordpress/?p=1118