Voor veel nieuwe kendoka kunnen al die Japanese termen maar verwarrend zijn. Uit eigen ervaring weet ik dat het maanden kan duren voor je de meest gebruikelijke termen correct kent. Natuurlijk is de woordenlijst die onze leraren hebben opgesteld erg handig, maar soms is wat extra uitleg handig.
We vervolgen deze serie artikelen met de commando’s en termen die je zal horen tijdens het opwarmen.
Als eerste een lijst met veel voorkomende termen uit het rekken en strekken, die je elke week in Amstelveen zal horen. Grappig genoeg is in het Japans het woord voor rekken een engels leenwoord: ストレッチ (su-tu-re-chi).
- Koutai (交替) “(Af)wisselen”, of “veranderen”. Dit woord wordt gebruikt om aan te geven dat je van richting moet veranderen. Je hoort het ook in mawari geiko wanneer je naar je volgende trainingspartner moet.
- Te of tekubi (手首) Je handen en polsen.
- Ashi (脚) Je voeten. Maak je enkels en tenen goed los.
- Hiza (膝) Je knieën. Buig door je knieën en maak roterende bewegingen.
- Suwaru (座る) Hurken.
- Mae ni kagamu (前に屈む) Buig diep voorover om de grond te raken, eerst met je voeten bij elkaar en daarna in spreidstand.
- Ushiro ni kagamu (後ろに屈む) Buig achterover.
- Koshi wo mawasu (腰を回す) Draai met je heupen, zoals met een hoepel.
- Akiresu ken (アキレス腱) De Achilles pees, die je rekt door met één been naar voren te stappen en het achterste been recht te houden. Je rekt de spieren die aan de achterkant van het achterste been lopen.
- Shinkyaku (伸脚) Rek de binnenkant van je been, door te hurken met één been gestrekt naar de zijkant.
- Shinkyaku fukaku (伸脚 深く) Rek de binnenkant van je been, door te hurken met één been gestrekt naar de zijkant. Ditmaal met de teen omhoog.
- Yoko ni nobasu (横に伸ばす) Buig zijwaards, met één of twee armen boven je hoofd.
- Ookiku mawasu (大きく回す) Maak grote cirkels met je bovenlijf, door in een vloeiende beweging naar voor-zij-achter-zij-voor te buigen.
- Ude (腕) Je armen. Rek ze door steeds één arm voor je borstkas langs te trekken met de andere arm.
- Ude ushiro (腕 後ろ) Rek je armen en schouders door een arm achter je nek te plaatsen en door zachtjes met je hoofd naar achteren te duwen.
- Ue ni nobasu (上に伸ばす) Rek je lichaam over de gehele lengte door je armen boven je te strekken en op je tenen te staan.
- Ude wo mawasu (腕を回す) Draai je armen in cirkels naast je lichaam.
- Kubi mae ushiro (首前後ろ), or unazuki (頷き) Knik je hoofd op en neer.
- Sayuu (左右), of kubiwofuru (首を振る) Schud je hoofd op en naar.
- Yoko (横) Kantel je hoofd, breng je oor naar je schouder.
- Atama wo mawasu (頭を回す) Draai je hoofd langzaam, waarbij ze vloeiend over je schouders, nek en borstkas rolt.
- Janpu (ジャンプ) Springen op de plaats. Eerst gewone sprongen, daarna gespreid, daarna met pompbewegingen met de armen en uiteindelijk met gehurkte landingen.
Na het rekken gaan we door met suburi (素振り), letterlijk. “oefenzwaai“, van 素 (natuurlijk, kaal, naakt) en 振り (zwaai). Dit worden vaak ook “lege slagen” genoemd omdat we slagen maken zonder doel te raken. Er zijn veel soorten suburi, hier onder degeen die wij het meeste gebruiken.
- Jōge suburi of joge-buri (上下素振り) Grote zwaaien, waarbij de gang omhoog je rug bereikt en de slag stopt op kniehoogte. In Amstelveen is het gebruikelijk dat je shinai tegen je billen tikt, zodat je weet of je netjes recht door het midden gaat.
- Shōmen suburi (正面素振り) Grote zwaaien, waarbij de gang omhoog je billen raakt (zie boven) en de slag stopt op hoofdhoogte, alsof je men slaat.
- Zenshin kōtai shōmen suburi (前進後退正面素振り) Zoals shomen suburi, maar met stappen naar voren en achteren. Dit is de shomen suburi zoals wij haar in onze dojo uitvoeren.
- Sayū men suburi (左右面素振り) Zoals shomen suburi, maar wisselend tussen de linker en rechter zijde van de men. Sayu men suburi is vaak onderdeel van wat we het “vierkantje” of het “kruisje/plusje” noemen, waarbij je combinaties van voor/achter/links/rechts maakt.
- Haya suburi (速素振り) Letterlijk “snelle oefenzwaai“, waarbij je kleine sprongetjes of snelle schuifels maakt terwijl je men slaat. Afhankelijk van de oefening raakt de zwaai omhoog je billen (langzame haya suburi), of eindig je steeds in jodan no kamae (snelle haya suburi).
- Dou suburi(胴素振り) Oefenslagen waarbij je de torso als doel hebt. We wisselen af tussen oki dou en chiisai dou.
- Naname suburi (斜め素振り) Zoals joge buri, maar wisselend tussen linker en rechter diagonale slagen.
- Katate suburi (片手素振り) Letterlijk “eenhandige oefenzwaai”, waar je de shinai met maar één hand vasthoudt.
- Shin kokyuu (深呼吸) Letterlijk “diepe ademhaling”, waar je een grote zwaai omhoog maakt en diep inademt, gevolgd door uitademen terwijl je langzaam in sonkyo zakt.
- Kamae to (構えと) Stap in chudan no kamae.
- Mae & ushiromae (前 & 後ろ前) Resp. voor en achterwaarts. Je hoort dit als onderdeel van het “kruisje”, maar ook bij de dubbele shomen suburi.
- Hidari & migi (左 & 右) Resp. links en rechts. Je hoort dit ook weer bij het eerder genoemde “vierkantje” of “kruisje”. Let goed op de genoemde volgorde!
- Ni-ju pon, san-ju pon, yon-ju pon etc. Letterlijk “20-tal”, “30-tal”, “40-tal”. Het aantal suburi dat je geacht wordt te maken. Het is absoluut aanbevolen dat je minstens tot 100 leert tellen in het Japans.
Met dank aan Kiwa-sempai voor de lijst met rek-commando’s en aan Zicarlo voor het aanvullen van ontbrekende namen en kanji.
raoul vollebergh
warmup & suburi
deze woordenschat is niet meer terug te vinden op de site?
Een aantal thema’s wordt beschreven bij hoofdstuk beginners, doch bovenstaande is niet meer te zien. Maar ik kan mij ook vergissen een kijk met een half oog.
groet
raoul
Thomas Sluyter
Je hebt gelijk! Ik ga meteen kijken wat er is gebeurd!